Vertaling van baggeren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
baggeren, opbaggeren, uitbaggeren {ww.}
dragar
wij baggeren
jullie baggeren
zij baggeren
nosotros dragamos
vosotros dragáis
ellos/ellas dragan
» meer vervoegingen van dragar
wij baggeren
jullie baggeren
zij baggeren
nosotros dragamos
vosotros dragáis
ellos/ellas dragan
» meer vervoegingen van dragar