Vertaling van baken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
baken, inbakeren, inzwachtelen, omwikkelen {ww.}
envolver
vendar
baken [o], boei [v], ton {zn.}
boya [v] (la ~)
baak [v], baken [o] {zn.}
baliza [v] (la ~)


Gerelateerd aan baken

inbakeren - inzwachtelen - omwikkelen - boei - ton - baak