Vertaling van bakken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bakken {ww.}
coger
coger al horno
cocer
coger al horno
cocer
wij bakken
jullie bakken
zij bakken
nosotros cogemos
vosotros cogéis
ellos/ellas cogen
» meer vervoegingen van coger
bakken, fruiten {ww.}
freir
wij bakken
jullie bakken
zij bakken
nosotros freímos
vosotros freís
ellos/ellas fríen
» meer vervoegingen van freír
bak (mv. bakken) , reservoir , tank , vergaarbak {zn.}
cajón
arcón
cisterna
recipiente
tanque
arcón
cisterna
recipiente
tanque
bak (mv. bakken) , overzetboot, pont, pontveer, schouw, veerboot, veerpont {zn.}
transbordador
bak (mv. bakken) , kist , schrijn {zn.}
cajón
bak (mv. bakken) , kuip, teil, tobbe {zn.}
cuba
artesa
tina
artesa
tina
bak (mv. bakken) , drenkbak , eetbak , drinktrog , krib, trog {zn.}
cangilón
artesa
cuezo
gamella
artesa
cuezo
gamella
doos , bak (mv. bakken) , etui , foedraal , koker , korf , pot , zak, vat , kist , fles , krat , emmer, kruik, urn {zn.}
caja
olla
jarro
estuche
olla
jarro
estuche
Ik heb de doos leeg gevonden.
Encontré la caja vacía.
Ik heb de lege doos gevonden.
Encontré la caja vacía.
aardigheidje , bak (mv. bakken) , grap, jok, mop, scherts {zn.}
broma
burla
chanza
burla
chanza