Vertaling van balken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
balken, blaten, brullen, grommen, hinniken, loeien, schreeuwen {ww.}
gritar
ladrar
balar
rebuznar

wij balken
jullie balken
zij balken

nosotros gritamos
vosotros gritáis
ellos/ellas gritan
» meer vervoegingen van gritar

Hou op met schreeuwen, ik smeek het je.
Deja de gritar, te lo ruego.
Tom begon te schreeuwen als een 15-jarig meisje.
Tom se puso a gritar como una quinceañera.
balk (mv. balken) [m], onderlegger, ribbe [v] {zn.}
trabe
traviesa [v] (la ~)
viga [v] (la ~)


Gerelateerd aan balken

blaten - brullen - grommen - hinniken - loeien - schreeuwen - balk - onderlegger - ribbe