Vertaling van bedienen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bedienen, zalven {ww.}
viaticar
wij bedienen
jullie bedienen
zij bedienen
nosotros viaticamos
vosotros viaticáis
ellos/ellas viatican
» meer vervoegingen van viaticar
dienen, bedienen, helpen, van dienst zijn {ww.}
servir
prestar servicio
prestar servicio
wij bedienen
jullie bedienen
zij bedienen
nosotros servimos
vosotros servís
ellos/ellas sirven
» meer vervoegingen van servir
Goedendag, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Buenos días, ¿en qué le puedo servir?