Vertaling van bedrijven
Inhoud:
Nederlands
Spaans
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
hacer
wij bedrijven
jullie bedrijven
zij bedrijven
nosotros hacemos
vosotros hacéis
ellos/ellas hacen
» meer vervoegingen van hacer
Wat moet ik doen?
¿Qué debo hacer?
Wat wil je doen?
¿Qué quiere hacer?
akte, document, bedrijf (mv. bedrijven) {zn.}
certificado
acto
acta
acto
acta
bedrijf (mv. bedrijven) , onderneming {zn.}
negocio
Hij heeft het bedrijf van zijn vader geërfd.
Él heredó el negocio de su padre.
bedrijf (mv. bedrijven) , beroep , broodwinning , professie {zn.}
profesión