Vertaling van behagen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
behagen , genoegen, welbehagen, welgevallen, zin {zn.}
placer
agrado
agrado
Het is ons een genoegen.
El placer es nuestro.
Haar enige genoegen is naar muziek te luisteren.
Su único placer es oír música.
aanstaan, behagen, bevallen, zinnen {ww.}
gustar
agradar
agradar
wij behagen
jullie behagen
zij behagen
nosotros gustamos
vosotros gustáis
ellos/ellas gustan
» meer vervoegingen van gustar