Vertaling van ben
Inhoud:
Nederlands
Spaans
ben , korf , mand , slof {zn.}
capazo
cesto
cesto
wezen, zijn {ww.}
ser
estar
estar
ik ben
yo soy
» meer vervoegingen van ser
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Ella parece estar feliz.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
Deben de estar esperándote.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ben je een tovenaar?
¿Eres mago?
Ben je thuis?
¿Estáis en casa?
Ben je doof?
¿Acaso eres sordo?
Ben je klaar?
¿Has terminado?
Ik ben verkouden.
Me resfrié.
Ik ben van Shikoku.
Yo soy de Shikoku.
Pardon, ik ben verdwaald.
Disculpe, me he perdido.
Ik ben een held.
Soy un héroe.
Ik ben Antonio.
Yo soy Antonio.
Ik ben erg gevaarlijk.
Soy muy peligroso.
Ik ben Susan Greene.
Yo soy Susan Greene.
Ben je gek?
¿Estás jodiendo?
Ik ben zo terug.
Volveré pronto.
Ik ben in Parijs.
Estoy en París.
Ben je bezig?
¿Estás ocupada?