Vertaling van beschuldigen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beschuldigen, betichten {ww.}
achacar
imputar
acusar
imputar
acusar
wij beschuldigen
jullie beschuldigen
zij beschuldigen
nosotros achacamos
vosotros achacáis
ellos/ellas achacan
» meer vervoegingen van achacar
aanklagen, beschuldigen, betichten {ww.}
inculpar
denunciar
acriminar
acusar
denunciar
acriminar
acusar
wij beschuldigen
jullie beschuldigen
zij beschuldigen
nosotros inculpamos
vosotros inculpáis
ellos/ellas inculpan
» meer vervoegingen van inculpar