Vertaling van bespannen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
uncir

wij bespannen
jullie bespannen
zij bespannen

nosotros uncimos
vosotros uncís
ellos/ellas uncen
» meer vervoegingen van uncir



Gerelateerd aan bespannen

spannen - inspannen - tuigen - optuigen - voorspannen