Vertaling van besprenkelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
sprenkelen, besprenkelen, sproeien, besproeien {ww.}
hisopear
rociar
asperjar
rociar
asperjar
wij besprenkelen
jullie besprenkelen
zij besprenkelen
nosotros hisopeamos
vosotros hisopeáis
ellos/ellas hisopean
» meer vervoegingen van hisopear