Vertaling van bestijgen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
klimmen, naar boven gaan, rijzen, stijgen, bestijgen {ww.}
ascender al
ascender a
ascender
subir a
montar
subir
ascender a
ascender
subir a
montar
subir
wij bestijgen
jullie bestijgen
zij bestijgen
nosotros ascendemos
vosotros ascendéis
ellos/ellas ascienden
» meer vervoegingen van ascender
begaan, bestijgen, opgaan {ww.}
montar
wij bestijgen
jullie bestijgen
zij bestijgen
nosotros montamos
vosotros montáis
ellos/ellas montan
» meer vervoegingen van montar