Vertaling van beurt
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beurt , file , rij , gelid, reeks, toerbeurt {zn.}
turno
cola
hilera
fila
vez
cola
hilera
fila
vez
Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.
Era mi turno de limpiar la habitación.
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
alzar
levantar
levantar
jij beurt
hij/zij/het beurt
tú alzas
él/ella alza
» meer vervoegingen van alzar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Wie is aan de beurt?
¿A quién le toca?
Het is jouw beurt om te zingen.
Te toca cantar.
Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.
Era mi turno de limpiar la habitación.
Het is Mary's beurt om de afwas te doen.
Le toca a Mary lavar los trastes.