Vertaling van bevoordelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
begunstigen, bevoordelen, voorstaan, voortrekken {ww.}
favorecer
wij bevoordelen
jullie bevoordelen
zij bevoordelen
nosotros favorecemos
vosotros favorecéis
ellos/ellas favorecen
» meer vervoegingen van favorecer