Vertaling van bezetten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bekleden, beslaan, bezetten, bezig houden, in beslag nemen {ww.}
ocupar
desempeñar
desempeñar
wij bezetten
jullie bezetten
zij bezetten
nosotros ocupamos
vosotros ocupáis
ellos/ellas ocupan
» meer vervoegingen van ocupar