Vertaling van bijna

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bijna, bijkans, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat {bw.}
casi
por poco


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je hebt bijna gelijk.

Casi aciertas.

We zijn bijna doodgevroren.

Casi nos morimos de frío.

Ik ben bijna klaar.

Estoy casi lista.

Het is bijna lente.

La primavera está a la vuelta de la esquina.

Het is bijna zomervakantie.

Las vacaciones de verano llegarán pronto.

Bijna alles is verbeterd.

Casi todo ha sido mejorado.

Het was bijna middag.

Era casi medio día.

Ik ben bijna klaar.

Estoy casi lista.

Ik zwem bijna elke dag.

Nado casi todos los días.

Tom vergat bijna de bijeenkomst.

Tom casi se olvidó de la reunión.

Het avondeten is bijna klaar.

La cena está casi lista.

Ik begreep het bijna helemaal!

¡Entendí casi todo!

Hij is bijna altijd thuis.

Él casi siempre está en la casa.

Het is bijna zes uur.

Son casi las seis en punto.

Hij is bijna altijd thuis.

Él casi siempre está en la casa.


Gerelateerd aan bijna

bijkans - haast - schier - vrijwel - welhaast - zo goed als - zowat