Vertaling van binnenkort

Inhoud:

Nederlands
Spaans
binnenkort, binnen afzienbare tijd, in de nabije toekomst {bw.}
en breve
en un futuro próximo
en un futuro cercano
binnenkort, eerlang, eerdaags, eerstdaags, straks, strakjes {bw.}
dentro de poco
alras, dra, gauw, haast, spoedig, weldra, welhaast, binnenkort {bw.}
luego
pronto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.

Dentro de poco te acostumbrarás a la comida japonesa.

We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.

Dentro de poco te vamos a poder meter a la prisión.

We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.

Dentro de poco te vamos a poder meter a la prisión.

Als deze organisatie zo blijft zal het binnenkort bankroet gaan. Haar herstel is zo moeilijk als van paard wisselen terwijl je een beek oversteekt.

Si se deja esta organización como está, pronto estará en bancarrota; su recuperación es tan difícil como intercambiarse los caballos mientras se cruza un arroyo.