Vertaling van blij zijn
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blij zijn, genieten van, zich verblijden, zich verheugen, genieten {ww.}
regocijarse
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Hij zou blij zijn dat te horen.
Él estaría contento de escuchar eso.
Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.
Mi esposa también estará feliz de verle.