Vertaling van blijken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blijken {ww.}
evidenciarse
resultar
resultar
wij blijken
jullie blijken
zij blijken
nosotros resultamos
vosotros resultáis
ellos/ellas resultan
» meer vervoegingen van resultar
blijken, zich vertonen {ww.}
resultar
wij blijken
jullie blijken
zij blijken
nosotros resultamos
vosotros resultáis
ellos/ellas resultan
» meer vervoegingen van resultar
bewijs , blijk (mv. blijken) , teken , merkteken , wenk {zn.}
signo