Vertaling van blinken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
blinken, glanzen, schijnen, schitteren {ww.}
lucir
brillar

wij blinken
jullie blinken
zij blinken

nosotros lucimos
vosotros lucís
ellos/ellas lucen
» meer vervoegingen van lucir



Gerelateerd aan blinken

glanzen - schijnen - schitteren