Vertaling van bluffen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bluffen {ww.}
embaucar
wij bluffen
jullie bluffen
zij bluffen
nosotros embaucamos
vosotros embaucáis
ellos/ellas embaucan
» meer vervoegingen van embaucar
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
jactarse
fanfarronear
fanfarronear
wij bluffen
jullie bluffen
zij bluffen
nosotros fanfarroneamos
vosotros fanfarroneáis
ellos/ellas fanfarronean
» meer vervoegingen van fanfarronear