Vertaling van boenen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
boenen, poetsen, polijsten, schuren, wrijven, zoeten {ww.}
bruñir
pulimentar
lustrar
pulir

wij boenen
jullie boenen
zij boenen

nosotros bruñimos
vosotros bruñís
ellos/ellas bruñen
» meer vervoegingen van bruñir

boenen, uitschuren {ww.}
frotar

wij boenen
jullie boenen
zij boenen

nosotros frotamos
vosotros frotáis
ellos/ellas frotan
» meer vervoegingen van frotar



Gerelateerd aan boenen

poetsen - polijsten - schuren - wrijven - zoeten - uitschuren