Vertaling van boerderij

Inhoud:

Nederlands
Spaans
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
propriedad
finca [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Vorige zomer werkte ik parttime op een boerderij.

El verano pasado trabajaba media jornada en una granja.

Er is een man die op de boerderij werkt.

Hay un hombre trabajando en la granja.

De voorbije zomer heb ik deeltijds op de boerderij gewerkt.

El verano pasado trabajé a medio tiempo en la granja.


Gerelateerd aan boerderij

goed - landgoed - bezitting