Vertaling van bond

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bond [m], liga, verbond, link {zn.}
lazo [m] (el ~)
cinta [v] (la ~)
aaneensluiten, binden, verdichten {ww.}
concentrar

ik bond
jij bond
hij/zij/het bond

yo concentré
concentraste
él/ella concentró
» meer vervoegingen van concentrar

binden, inbinden {ww.}
encuadernar

ik bond
jij bond
hij/zij/het bond

yo encuaderné
encuadernaste
él/ella encuadernó
» meer vervoegingen van encuadernar

aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar

ik bond
jij bond
hij/zij/het bond

yo até
ataste
él/ella ató
» meer vervoegingen van atar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik bond mijn hond aan de boom in de tuin vast.

Amarré a mi perro al árbol en el jardín.

"Daarin zou ik er als een echte James Bond uitzien," zei Dima tegen zichzelf, en ging toen de winkel binnen.

"Con eso parecería un verdadero James Bond " se dijo Dima a sí mismo, y entró en la tienda.


Gerelateerd aan bond

liga - verbond - link - aaneensluiten - binden - verdichten - inbinden - aansluiten - vastbinden - vastmaken - verbinden