Vertaling van bonk

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bonk [m], brok [o], eindje [o], stukje [o], homp {zn.}
trozo [m] (el ~)
parte [v] (la ~)
pieza [v] (la ~)
pedazo [m] (el ~)
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
Guárdame un trozo de tarta, que tengo que irme.
bonken, bonzen, hengsten {ww.}
golpear

ik bonk

yo golpeo
» meer vervoegingen van golpear



Gerelateerd aan bonk

brok - eindje - stukje - homp - bonken - bonzen - hengsten