Vertaling van boot

Inhoud:

Nederlands
Spaans
boot [m], schuit [v] {zn.}
bote [m] (el ~)
lancha [v] (la ~)
Tom heeft zwee huizen en een boot.
Tom tiene dos casas y un bote.
Je kan een boot per uur huren.
Puedes arrendar un bote por horas.
boot [m], schip [o], vaartuig {zn.}
barco [m] (el ~)
nave [m] (el ~)
embarcación [v] (la ~)
Schip ahoi!
¡Barco a la vista!
Het schip zinkt!
El barco se hunde.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je kan een boot per uur huren.

Puedes arrendar un bote por horas.

Tom heeft zwee huizen en een boot.

Tom tiene dos casas y un bote.

Ik zag een boot stroomopwaarts van de brug.

Vi un bote río arriba del puente.

Ik wil een boot die me hier ver vandaan zal brengen.

Quiero un barco que me lleve lejos de aquí.

Hij was zo vriendelijk ons met zijn boot naar het eiland te voeren.

Él fue muy amable en llevarnos a la isla en su bote.


Gerelateerd aan boot

schuit - schip - vaartuig