Vertaling van bot
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bot, cru, grof, onbehouwen, onbewerkt, rauw, ruig, snauwerig {bn.}
crudo
basto
tosco
basto
tosco
bot, dom, onbenullig, schaapachtig, stom, zwakhoofdig {bn.}
zote
estólido
estólido
bot, stomp {bn.}
embotado
obtuso
obtuso
bot {zn.}
solla
knop , uitspruitsel, bot {zn.}
botón
yema
yema
Raak die knop niet aan!
¡No toques ese botón!
Niet op die knop drukken.
No pulsar ese botón.
been , bot , knok , schonk , graat {zn.}
hueso
Hij gaf de hond een bot.
Le dio un hueso al perro.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
El perro estaba ocupado enterrando su hueso en el jardín.
botten, spruiten, uitbotten, uitschieten, uitspruiten {ww.}
abotonar
hij/zij/het bot
él/ella abotona
» meer vervoegingen van abotonar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Hij gaf de hond een bot.
Le dio un hueso al perro.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
El perro estaba ocupado enterrando su hueso en el jardín.