Vertaling van braaf
Inhoud:
Nederlands
Spaans
braaf, deugdzaam, eerbaar {bn.}
honrado
virtuoso
bonrado
virtuoso
bonrado
dapper, eerlijk, vriendelijk, braaf {bn.}
bravo
leal
leal
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ze is een heel braaf meisje.
Ella es una chica muy amable.
Ik zal een braaf meisje zijn.
Seré una buena chica.