Vertaling van broek
Inhoud:
Nederlands
Spaans
broek , kniebroek, korte broek {zn.}
calzón
broek , korte broek {zn.}
pantalón corto
broek , lange broek , pantalon {zn.}
pantalón
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?
broek , drasland , moer, moeras {zn.}
charca
pantano
pantano
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Dat is mijn broek.
Ésos son mis pantalones.
Mijn broek is nat.
Mis pantalones están húmedos.
Hij deed een propere broek aan.
Se puso unos pantalones limpios.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
¿Qué me pongo, pantalón o falda?