Vertaling van brok
Inhoud:
Nederlands
Spaans
brok , fragment , stuk {zn.}
fragmento
bonk , brok , eindje , stukje , homp {zn.}
trozo
parte
pieza
pedazo
parte
pieza
pedazo
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
Guárdame un trozo de tarta, que tengo que irme.