Vertaling van bruisen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bruisen, schuimen, tintelen {ww.}
espumar
wij bruisen
jullie bruisen
zij bruisen
nosotros espumamos
vosotros espumáis
ellos/ellas espuman
» meer vervoegingen van espumar
bruisen {ww.}
zumbar
wij bruisen
jullie bruisen
zij bruisen
nosotros zumbamos
vosotros zumbáis
ellos/ellas zumban
» meer vervoegingen van zumbar