Vertaling van ciseleren
Nederlands
Spaans
ciseleren {ww.}
repujar
wij ciseleren
jullie ciseleren
zij ciseleren
nosotros repujamos
vosotros repujáis
ellos/ellas repujan
» meer vervoegingen van repujar
wij ciseleren
jullie ciseleren
zij ciseleren
nosotros repujamos
vosotros repujáis
ellos/ellas repujan
» meer vervoegingen van repujar