Vertaling van confisqueren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
confisqueren, in beslag nemen, konfiskeren, verbeurd verklaren {ww.}
confiscar
wij confisqueren
jullie confisqueren
zij confisqueren
nosotros confiscamos
vosotros confiscáis
ellos/ellas confiscan
» meer vervoegingen van confiscar