Vertaling van controleren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aflezen, checken, controleren, nakijken, surveilleren, toezien {ww.}
verificar
examinar
controlar
examinar
controlar
wij controleren
jullie controleren
zij controleren
nosotros verificamos
vosotros verificáis
ellos/ellas verifican
» meer vervoegingen van verificar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Yo sólo quería revisar mis correos electrónicos.
Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
Deberías comprobar el nivel del líquido refrigerante del motor con frecuencia.