Vertaling van convoceren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bijeenroepen, convoceren, konvoceren, uitschrijven {ww.}
convocar
wij convoceren
jullie convoceren
zij convoceren
nosotros convocamos
vosotros convocáis
ellos/ellas convocan
» meer vervoegingen van convocar