Vertaling van corroderen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aantasten, bijten, corroderen, uitbijten, uitvreten, wegvreten {ww.}
corroer
zij corroderen
ellos/ellas corroen
» meer vervoegingen van corroer
zij corroderen
ellos/ellas corroen
» meer vervoegingen van corroer