Vertaling van dag

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dag, goedendag, goeiendag
buenos días
dag, tot ziens, tot weerziens, doei, tot kijk {tw}
hasta luego
hasta la vista
adiós
dag, gegroet, hallo, hoi {tw}
ola
dag [m] {bn.}
día [m]


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Goede dag. Tot ziens.

Buen día. Nos vemos pronto.

Wat een mooie dag!

¡Qué lindo día hace!

Wat een warme dag!

¡Vaya día más caluroso!

Deze dag is zondag.

Este día es domingo.

Sport elke dag.

Haz ejercicio todos los días.

Ik zwem elke dag.

Nado todos los días.

Mijn benen worden beter van dag tot dag.

Mis piernas se están mejorando día a día.

Tom werkte dag en nacht.

Tom trabajó día y noche.

Vandaag is mijn dag niet.

Hoy no es mi día.

Ik zwem bijna elke dag.

Nado casi todos los días.

Ze speelt elke dag piano.

Ella toca el piano todos los días.

Welke dag is het vandaag?

¿Qué día es hoy?

Ik verdien €100 per dag.

Gano 100 € al día.

Het zal vlug dag worden.

Pronto amanecerá.

Hamilton stierf de volgende dag.

Hamilton murió al día siguiente.


Gerelateerd aan dag

goedendag - goeiendag - tot ziens - tot weerziens - doei - tot kijk - gegroet - hallo - hoi