Vertaling van dalen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dalen, zakken, verzakken, wegzakken, zinken {ww.}
bajar

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

nosotros bajamos
vosotros bajáis
ellos/ellas bajan
» meer vervoegingen van bajar

Kan je de prijs een beetje laten zakken?
¿Podrías bajar un poco el precio?
dalen, landen, neerstrijken {ww.}
aterrizar

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

nosotros aterrizamos
vosotros aterrizáis
ellos/ellas aterrizan
» meer vervoegingen van aterrizar

dal [o] (het ~), vallei {zn.}
valle [m] (el ~)
vallei [m] (de ~), dal (mv. dalen) {zn.}
valle [m] (el ~)


Gerelateerd aan dalen

zakken - verzakken - wegzakken - zinken - landen - neerstrijken - dal - valleidal