Vertaling van danken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
danken, bedanken, dank betuigen, te danken hebben {ww.}
dar gracias a
dar gracias
agradecer
dar gracias
agradecer
wij danken
jullie danken
zij danken
nosotros agradecemos
vosotros agradecéis
ellos/ellas agradecen
» meer vervoegingen van agradecer
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Niets te danken!
No hay de qué.
Hij zou u moeten danken.
Debería darte las gracias.