Vertaling van daveren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
brullen, bulderen, daveren, loeien {ww.}
mugir
wij daveren
jullie daveren
zij daveren
nosotros mugimos
vosotros mugís
ellos/ellas mugen
» meer vervoegingen van mugir
bulderen, daveren, donderen {ww.}
tronar
wij daveren
jullie daveren
zij daveren
nosotros tronamos
vosotros tronáis
ellos/ellas truenan
» meer vervoegingen van tronar