Vertaling van disputeren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
disputeren, krakelen, twisten, redetwisten, strijden {ww.}
disputar

wij disputeren
jullie disputeren
zij disputeren

nosotros disputamos
vosotros disputáis
ellos/ellas disputan
» meer vervoegingen van disputar



Gerelateerd aan disputeren

krakelen - twisten - redetwisten - strijden