Vertaling van dom

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dom [m], kathedraal [v] {zn.}
catedral [v] (la ~)
dom, stompzinnig {bn.}
abobado
bot, dom, onbenullig, schaapachtig, stom, zwakhoofdig {bn.}
zote
estólido
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
abobado
dol, dom, dwaas, onverstandig, zot {bn.}
necio
sandio
estulto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je bent echt niet dom.

Realmente no eres tonto.

Het volk daar is niet zo dom.

La gente de ahí no es tan tonta.

Mary denkt dat vechtsporten dom zijn.

María piensa que las artes marciales son tontas.

Ik was dom genoeg om hem te geloven.

Fui tan tonto que le creí.

Ik was dom genoeg om het te geloven.

Fui lo suficientemente tonto para creerlo.

Is ze zo dom, dat ze dat gelooft?

¿Es ella tan tonta como para creer tal cosa?


Gerelateerd aan dom

kathedraal - stompzinnig - bot - onbenullig - schaapachtig - stom - zwakhoofdig - flauw - onnozel - simpel - dol - dwaas - onverstandig - zot