Vertaling van dood

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dood [m], overlijden [o], sterfgeval [o], verscheiden, heengaan {zn.}
muerte [v] (la ~)
Hij werd ter dood veroordeeld.
Le condenaron a muerte.
Ik zal tot de dood vechten.
Pelearé hasta la muerte.
afgestorven, dood, overleden, ter ziele {bn.}
muerto
doden, doodmaken, ombrengen {ww.}
matar

ik dood

yo mato
» meer vervoegingen van matar

Patriotten spreken altijd over sterven voor hun land, en nooit over doden voor hun land.
Los patriotas siempre hablan de morir por su país y nunca de matar por su país.
Het doden van olifanten, tijgers en andere bedreigde diersoorten is niet alleen wreed, het is ook illegaal.
Matar elefantes, tigres y otras especies en peligro no solo es cruel, también es ilegal.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Dood?

¿Muerto?

De papegaai is dood.

El loro está muerto.

De hond is dood.

El perro está muerto.

Ze is dood.

Ella está muerta.

Dood het met vuur!

¡Matalo con fuego!

De hond was dood.

El perro estaba muerto.

Hij werd ter dood veroordeeld.

Le condenaron a muerte.

Niemand kan de dood vermijden.

Nadie le escapa a la muerte.

Zijn beide ouders zijn dood.

Sus padres están muertos.

Uw dood is mijn leven.

Tu muerte es mi vida.

Mijn beide ouders zijn dood.

Mis padres están muertos.

Mijn beide ouders zijn dood.

Mis padres están muertos.

Hij werd ter dood veroordeeld.

Él fue condenado a muerte.

Zijn beide grootvaders zijn dood.

Sus dos abuelos están muertos.

Ik wou dat je dood was!

¡Desearía que estuvieses muerto!