Vertaling van dwalen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dwalen, afdwalen, van de weg afwijken, verdwalen {ww.}
desviarse
descarriarse
extraviarse
dwalen, een fout maken, ernaast zitten, zich vergissen {ww.}
errar
equivocarse

wij dwalen
jullie dwalen
zij dwalen

nosotros erramos
vosotros erráis
ellos/ellas yerran
» meer vervoegingen van errar

dolen, dwalen, ronddolen, ronddwalen, waren, zwerven {ww.}
errar
vagabundear
vagar

wij dwalen
jullie dwalen
zij dwalen

nosotros erramos
vosotros erráis
ellos/ellas yerran
» meer vervoegingen van errar