Vertaling van eerlijk

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dapper, eerlijk, vriendelijk, braaf {bn.}
bravo
leal
openhartig, onverbloemd, oprecht, recht voor zijn raap, rechtuit, eerlijk {bn.}
franco
honrado
leal
sincero
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
honrado


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Een man moet eerlijk zijn.

Un hombre debe ser honesto.

Hij is arm, maar eerlijk.

Él es pobre pero honesto.

De jongen is heel eerlijk.

El muchacho es muy honesto.

Hij lijkt eerlijk te zijn.

Él parece ser honesto.

Eerlijk, ik kan hem niet vertrouwen.

Honestamente, no puedo confiar en él.

Ze geloven dat Jane eerlijk is.

Creen que Jane es sincera.

Het lijkt dat hij eerlijk is.

Él parece ser honesto.

Hij houdt hem voor een eerlijk man.

Él lo considera como una persona honesta.

Eerlijk gezegd bevalt je idee me niet.

Hablando francamente, no me gusta tu idea.

We denken dat hij eerlijk is.

Creemos que él es honesto.

Een eerlijk man steelt nooit geld.

Un hombre honesto nunca roba dinero.

Hij eerlijk? Laat me niet lachen!

¿Él, honesto? ¡Debes estar bromeando!

Ik denk dat ze eerlijk is.

Creo que es honesta.

Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.

Yo creo que él es un hombre honesto.

Wij denken dat Tom een eerlijk persoon is.

Nosotros creemos que Tom es una persona honesta.