Vertaling van elk

Inhoud:

Nederlands
Spaans
elk, ieder, iedereen, al, elkeen, iegelijk {onb. vnw.}
cada
cada uno
à, bij, elk, ieder, telkens {vz.}
a razón de
a tanto por


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik ga elk maand naar de kapper.

Voy a la peluquería todos los meses.

Elk lid van de club was aanwezig.

Cada miembro del club estaba presente.

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

Un terremoto puede ocurrir en cualquier momento.

De trein stopt op elk station.

El tren se para en cada estación.

Elk land heeft zijn nationale vlag.

Cada país tiene su bandera nacional.

Elk schip heeft een kapitein nodig.

Todo barco necesita un capitán.

Hij komt bijna elk weekend thuis.

Él regresa a casa casi todos los fines de semana.

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

Los terremotos pueden ocurrir en cualquier momento.

Ze hebben elk een geschenk ontvangen.

Cada uno de ellos recibió un regalo.

Elk van zijn kinderen heeft een eigen kamer.

Cada uno de sus hijos tiene su propia habitación.

Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen.

Cada uno de los tres niños se ganó un premio.

Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.

El número de europeos que visitan Tailandia cada año es muy elevado.

Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.

Yo ando a la vez cansado y feliz al comienzo de cada fin de semana.

Het is waar dat hij elk jaar naar het buitenland gaat.

Es cierto que él va al extranjero todos los años.

Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft ziet elk probleem eruit als een spijker.

Para el hombre que solo tiene un martillo en su caja de herramientas, todos los problemas parecen clavos.


Gerelateerd aan elk

ieder - iedereen - al - elkeen - iegelijk - à - bij - telkens