Vertaling van energie

Inhoud:

Nederlands
Spaans
arbeidsvermogen [o], energie [v], fut [m], spirit, veerkracht, wilskracht {zn.}
energía [v] (la ~)
Koffie geeft je energie!
¡El café te da energía!
Hij is nog steeds vol met energie.
Todavía está lleno de energía.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Koffie geeft je energie!

¡El café te da energía!

Ik heb geen energie vandaag.

Hoy día no ando con energía.

Hij is nog steeds vol met energie.

Todavía está lleno de energía.

Warmte is een vorm van energie.

El calor es una forma de energía.

Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie.

La casa se calienta por energía solar.

Onderzoek vergt veel energie, maar het is de moeite waard.

La investigación demanda mucha energía, pero vale el esfuerzo.


Gerelateerd aan energie

arbeidsvermogen - fut - spirit - veerkracht - wilskracht