Vertaling van expediëren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afzenden, expediëren, verzenden {ww.}
enviar
expedir
despachar
expedir
despachar
wij expediëren
jullie expediëren
zij expediëren
nosotros enviamos
vosotros enviáis
ellos/ellas envían
» meer vervoegingen van enviar