Vertaling van exploreren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
exploreren, nagaan, onderzoeken, uitvissen, uitzoeken, vorsen {ww.}
examinar
explorar
explorar
wij exploreren
jullie exploreren
zij exploreren
nosotros examinamos
vosotros examináis
ellos/ellas examinan
» meer vervoegingen van examinar