Vertaling van familie
Voorbeelden in zinsverband
Hoe groot is uw familie?
¿Cómo de grande es su familia?
Zijn ze familie van je?
¿Ellos son tus parientes?
Hoe gaat het met de familie?
¿Cómo está la familia?
Ik heb familie in Los Angeles.
Tengo parientes en Los Ángeles.
Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.
Todos deben proteger a su propia familia.
Ik heb familie in Los Angeles.
Tengo familia en Los Ángeles.
Ik ga je voorstellen aan mijn familie.
Te voy a presentar a mi familia.
Hoe is het met uw familie?
¿Cómo está tu familia?
Weet je iets over je familie?
¿Sabes algo de tu familia?
Ik nam een foto van mijn familie.
Tomé una foto de mi familia.
Al mijn vrienden en familie zijn dood.
Todos mis amigos y mis familiares han muerto.
Ik ben de eerste musicus in mijn familie.
Yo soy el primer músico en mi familia.
Tony gaat soms op bezoek bij zijn familie.
A veces Tony visitaba a su familia.
Ik heb je brief aan mijn familie voorgelezen.
Leí tu carta a mi familia.
Tom' beslissing om te trouwen verbaasde zijn familie.
La decisión de casarse de Tom sorprendió a su familia.